Biografie

Afbeelding auteur

Wilfried Bellemans

Ik ben geboren in de hete zomer van 1947 op vrijdag 13 juni in Wilrijk, ten zuiden van Antwerpen waar de Romeinen reeds thuis waren. Later verloor deze welvarende gemeente haar autonomie en werd een onderdeel van ‘de parking’.
Ik liep school in de gemeentelijke basisschool in de Heistraat in vernoemde gemeente. Later volgde ik het lager secundair onderwijs in het kasteel ‘Ieperman’, een prachtig stukje groen in de kern van Wilfrijk.
Ik zette mijn studies verder in de Rijksnormaalschool te Lier. Het was de bedoeling van mijn ouders dat ik in een daaropvolgende fase mijn vorming zou finaliseren aan de Universiteit van Gent. Het vroegtijdig overlijden van mijn vader maakte deze planning onmogelijk.
Mijn beroepscarrière kende veel wendingen. Na een kleine tien jaar hield ik het lesgeven voor bekeken. Het was immers nooit mijn intentie geweest om mijn hele professioneel leven in een klas door te brengen. Ik zocht naar andere uitdagingen.
Na mijn toffe ervaringen als onderwijzer kwam ik terecht in de culturele wereld, meer bepaald in het jeugdbeleid. Ik werkte in eerste instantie voor een landelijke jeugdorganisatie. Later werd ik, in samenwerking met het ‘Bestuur voor Jeugdvorming’, verantwoordelijk voor het jeugdbeleid in de Vlaamse Gemeenschap. Twee opeenvolgende ministers waren toen mijn opdrachtgevers.
Na dit avontuur en na het behalen van een getuigschrift kwam ik opnieuw terecht in het onderwijs. Mijn opdracht betrof op dat ogenblik het leiden van een school in de zuidrand van Brussel. Ik beleefde daar, professioneel, de meest interessante en de leukste momenten. Voor mij was de functie van directeur in een middelgrote school, een uitdaging maar ook het meest zinvol en het meest voldoening schenkend. Je kon voor je school een eigen pedagogisch plan uitstippelen en deze visie intern proberen te realiseren maar ook naar de buitenwereld uitdragen. De ouders, de leerkrachten en de kinderen vertelden je of je het bij het rechte eind had. De ‘return on investment’ werd je quasi onmiddellijk bezorgd.
Daarna werd ik door de Centrale Raad van het Gemeenschapsonderwijs uitgenodigd om in een aantal scholen op te treden als pedagogisch adviseur. Deze opdracht bleek voor sommige onderwijsinstellingen een welgekomen hulp. Bepaalde pedagogische teams ondervonden moeilijkheden om de richtlijnen van de inspectie op volgen en geraakten in de problemen. Andere directies en leerkrachten volgden een eigen onderwijsvisie die niet helemaal spoorde met de leerplannen van het Gemeenschapsonderwijs.
Mijn persoonlijke vrijheid binnen de opgelegde taakomschrijving creëerde in mindere mate de manoeuvreerruimte die ik als directeur gekend had. Toch bleef werken in een onderwijscontext uitdagend en plezierig. De meeste directies en leerkrachten stonden immers open voor mijn suggesties in functie voor de verbetering van de onderwijskwaliteit in hun instelling.
Na vrij moeilijke selectieproeven maakte ik de laatste periode van mijn carrière door bij de onderwijsinspectie.
Ik kan hierover heel wat vertellen. Wat mij bijbleef van de inspectie waren de collega’s. Ik durf te zeggen dat ik aan hen de beste herinnering bewaar. De meeste collega’s waren heel professioneel en daarnaast erg menselijk in hun benadering van de bezochte scholen. Ik denk dat veel directies en veel leerkrachten, na de initiële koudwatervrees, mijn standpunt zullen bijtreden.
Op de leeftijd van 65 jaar werd ik, in overeenstemming met de geldende wetgeving, verzocht om met pensioen te gaan. Graag had ik nog een jaartje verder gewerkt.